CiWeb Webdesign
CiWeb Webdesign
en overige IT-diensten

HouseCall v7.1

Denkt u dat uw pc besmet is? Vind en verwijder snel een breed scala aan bedreigingen. Scan nu gratis!

Download HouseCall (32-bit)

Download HouseCall (64-bit)

 

Wat is ...?

Account: een account is een abonnement bij een provider. Uw account is beveiligd met uw loginnaam en uw persoonlijke wachtwoord.

Apestaartje: het apestaartje, @, staat in een e-mailadres tussen de loginnaam en het domein. Het wordt uitgesproken op z'n Engels als 'at'.

Attachment: Een digitaal tekstbestand of ander document (bijvoorbeeld een plaatje) dat u als 'bijlage' meestuurt met een e-mailbericht.

Autoresponder: door het instellen van een autoresponder wordt automatisch een standaard antwoord gestuurd zodra een e-mail ontvangen wordt. Dit wordt veel gebruikt bij het aanvragen van informatie of bij afwezigheid van de geadresseerde.

Bandbreedte: het maximaal aantal bytes dat een verbinding kan/mag verwerken uitgedrukt in megabyte (Mb) of gigabyte (Gb). Door de onstuimige groei van Internet is er altijd behoefte aan meer. Het is goed bestanden klein te houden zodat de internetgebruiker niet te lang hoeft te wachten op de webpagina's.

Banner: een plaatje met daarop een advertentie. Wanneer een website bezoeker op de banner klikt, gaat hij naar de website van het bedrijf dat met de banner adverteert.

Browser: een programma waarmee men webpagina's bekijkt, zoals Netscape Navigator of Microsoft Internet Explorer.

Byte: een groepje van (meestal) acht bits, vaak vertegenwoordigt één byte één karakter. Vaak wordt er gesproken in termen van kilobytes (= 1024 bytes), megabytes (= 1024 kilobytes) en gigabytes (= 1024 megabytes).

Cache: tijdens het surfen worden websites vaak in het cachegeheugen opgeslagen. Zodra de pagina een volgende keer geladen wordt dan wordt deze uit het cachegeheugen gehaald. Hierdoor kan het voorkomen dat men op een 'verouderde' pagina komt. Door op de button 'verversen' te klikken gaat men alsnog naar de nieuwe pagina.

Cgi-script: (common gateway interface, cgi) een programmaatje, geschreven in Perl of C+ of een andere taal, dat op een server draait en webpagina's meer functionaliteit geeft, bijvoorbeeld een formulier versturen, een gastenboek of een counter.

Chatten: via het toetsenbord kletsen met andere mensen over de hele wereld. Dit kan in een chatroom, waar meerdere mensen tegelijk een teksten plaatsen, of via een programma zoals MSN Messenger, waarbij meestal met 1 persoon tegelijk gekletst wordt.

Content Management Systeem (CMS): indien een website met behulp van een content management systeem is gebouwd, dan kunnen een of meerdere redacteurs voor de website worden aangewezen die na inloggen wijzigingen kunnen aanbrengen zonder dat daar webdesignkennis voor nodig is.

Cookie: een klein bestandje dat door de webserver op de harde schijf wordt geplaatst bij het bezoek aan een website. De webserver gebruikt de informatie uit het cookie bij een later bezoek om bijvoorbeeld een pagina op maat aan te bieden.

Cyberspace: de virtuele ruimte waarin internetgebruikers zich bevinden.

Database: in een database voor internet wordt informatie gestructureerd in tabellen opgeslagen. Hierdoor kunnen dynamische websites gebouwd worden met sterk wisselende informatie.

Data traffic: (dataverkeer) het aantal bytes dat van en naar een website verstuurd is. Een website mag meestel maar een beperkte hoeveelheid dataverkeer veroorzaken (bijvoorbeeld 500 MB per maand).

Directory: (folder, map) een groep bestanden met een naam op een schijf. Wanneer men bijvoorbeeld een nieuw programma installeert worden alle bestanden van dat programma bij elkaar geplaatst in één directory.

Domeinnaam: (domain) een naam die een lokatie aangeeft op internet. Vaak is dit een www-adres. Een domein moet altijd geregistreerd worden voordat het vanaf internet bereikbaar is.

Down: (uit de lucht) een toestand waarin een server geen diensten kan leveren aan het internet.

Downloaden: het ophalen van bestanden van internet naar de eigen computer.

E-mail: (elektronische post) post die elektronisch aangemaakt, verwerkt, gelezen en beantwoord wordt. E-mail is aanzienlijk goedkoper en sneller dan fysieke post.

E-mailadres: (email box, POP address) een uitdrukking die aangeeft waar e-mail naar toe moet. Een voorbeeld: service@ciweb.nl geeft aan dat de post verzonden moet worden naar een gebruiker met de naam "service" op de server ciweb.nl. Een e-mailadres is te herkennen aan de apestaart "@".

E-mailalias: een e-mailadres dat e-mail automatisch doorstuurt naar een ander adres. Een alias kan zelf geen post vasthouden. Men kan op deze manier een goed uitziend e-mailadres hebben en post vervolgens laten doorsturen naar het e-mailadres van een particulier abonnement bij een internet aanbieder.

FAQ: (Frequently Asked Questions, Veel Voorkomende Vragen, VVV) een lijst van vragen die veel gesteld worden en de antwoorden daarop. In tegenstelling tot wat over het algemeen aangenomen wordt zijn veel FAQ's geen beginnersgidsen. Vaak bevatten FAQ's ook antwoorden op vragen van gevorderden.

Firewall: (Vuurmuur) vaak een programma waarmee de computer onzichtbaar gemaakt wordt vanaf internet. Hiermee wordt het voor hackers moeilijker gemaakt om in te breken in de computer. Zogenaamde 'trojans' (soort virus) worden gebruikt om de firewall te openen waardoor wel toegang vanaf internet mogelijk wordt.

FTP: een programma waarmee men bestanden uitwisselt tussen twee computers. FTP is nodig om een website te onderhouden en op de server te plaatsen.

Gif: (graphics interchange format) een bestandsformaat waarin veel plaatjes op internet worden weergegeven. Voor (grotere) foto's wordt een ander formaat gebruikt: jpg.

Hacker: een persoon die probeert in te breken in systemen. Vaak is het de hacker er meer om het inbreken zelf te doen dan om het aanbrengen van schade. Het zichzelf ongeoorloofd toegang verschaffen tot een systeem is wel strafbaar.

Homepage: de introductiepagina van een website. Een homepage geeft vaak een overzicht van wat er allemaal op de website beschikbaar is of een introductie van het bedrijf van wie de website is.

Hosting: het beschikbaar zijn van ruimte voor een website, zodat deze via internet opvraagbaar is.

HTML: (Hyper Text Markup Language) een programmeertaal waarmee webpagina's gemaakt worden.

Hyperlink: een hyperlink is een automatische verwijzing naar een andere plaats op het World Wide Web. Een hyperlink is meestal te herkennen aan de gekleurde en onderstreepte tekst. Als u met de muis over de link beweegt, verandert uw muispijltje in een handje. Door op deze tekst te klikken, wordt automatisch de betreffende pagina opgehaald (geladen).

Internet: wereldwijd netwerk van computers waarmee webpagina's over de hele wereld opvraagbaar zijn.

Intranet: een netwerk binnen een organisatie (bedrijf) dat dezelfde software gebruikt als internet en dat voor die organisatie relevante informatie weergeeft op webpagina's. Een intranet is alleen voor intern gebruik.

IP-nummer: (Internet Protocol number, IP adres) een groepje van vier getallen, bijvoorbeeld 168.154.572.63, dat een locatie op Internet aangeeft. IP-nummers zijn moeilijk te onthouden, daarom heeft men domeinnamen geïntroduceerd. Elke domeinnaam heeft een corresponderend IP-nummer.

Jpg: (JPEG, Joint Photographic Experts Group) een grafisch bestandsformaat dat veel gebruikt wordt om foto's weer te geven op webpagina's. Voor foto's is het geschikter dan gif omdat jpg een zeer hoge compressie beschikbaar heeft.

Kb: (kilobyte) 1024 bytes. Een byte is meestal 1 teken.

LAN: (Local Area Network) een netwerk binnen een bedrijf of instelling. Het verschil tussen een LAN en een intranet is dat een LAN gewoon een netwerk is en dat een intranet een netwerk is met webpagina's en andere toepassingen die ook op internet te vinden zijn, met name e-mail.

Link: (hyperlink) een verwijzing op een webpagina naar een andere webpagina op internet.

Linkmanager: iemand die zich gespecialiseerd heeft in het werven van, al dan niet betaalde, links naar een website waardoor deze websites een hogere ranking bij zoekmachines krijgen.

Loginnaam: (username) code waarmee samen met een password ingelogd kan worden.

Mb: (megabyte) de beschikbare ruimte op een webserver wordt uitgedrukt in Mb's. Voor een website van ongeveer 10 pagina's met een gemiddeld aantal foto's en/of plaatjes met een normaal e-mailverkeer zonder grote bijlagen is 15 tot 25 Mb toereikend.

Mirror site: een website die een kopie is van de hoofdsite. Sommige websites worden zoveel bezocht dat er verschillende kopies in andere landen geplaatst worden. Het voordeel hiervan is dat de bereikbaarheid van de hoofdsite vergroot wordt en bovendien vermindert het het netwerkverkeer op internet, omdat gebruikers bestanden ophalen die dichterbij staan.

Moderator: een persoon die niet relevante of ongepaste berichten naar een mailinglist of nieuwsgroep verwijdert.

Nameserver: (dns-server) een programma dat een domeinnaam in een IP-nummer omzet en omgekeerd.

Nieuwsgroep: een verzameling berichten die via internet wordt doorgegeven en waaraan iedereen kan deelnemen. Een nieuwsgroep is echter ook de groep internetgebruikers die een nieuwsgroep lezen en er berichten naar toe zenden. Nieuwsgroepen bereikt men met een speciaal onderdeel van de meeste e-mailprogramma's.

Online: het contact hebben met internet. Het tegenovergestelde is offline.

Pixel: (picture element) de kleinste eenheid van een schermafbeelding. Een pixel is een "puntje". Een pixel kan maar één kleur hebben.

PHP: PHP is open source software (gratis) die veel gebruikt wordt om databasegestuurde websites te bouwen.

Png: (Portable Network Graphics) een grafisch bestandsformaat dat de opvolger wordt van gif. Het is beter nog geen PNG te gebruiken op web sites, omdat de meeste browsers nog geen PNG plaatjes kunnen laten zien.

Pop-server: een programma dat e-mail kan ontvangen van internet en het kan bewaren totdat de gebruiker zijn/haar email komt ophalen. Voor het ophalen is de gebruikersnaam en het wachtwoord nodig. POP3 is een versie van deze server die momenteel veel gebruikt wordt.

Restylen: de lay-out van een website aanpassen zodat de website weer voldoet aan de nieuwste wensen.

Server: een computer die permanent met internet (of een ander netwerk) verbonden is en verzoeken om bestanden die op de harde schijf van de server staan afhandeld.

SMTP: Simple Mail Transfer Protocol. De standaard voor het versturen van elektronische berichten via internet.

Spamfilter: een programma dat ongewenste post filtert aan de hand van ingevoerde trefwoorden.

Spamming: het versturen van ongewenste post naar een groot aantal e-mail-adressen. Dit hoort niet gedaan te worden en is in veel gevallen al verboden.

Statistieken: bij een website kunnen uitgebreide statistieken beschikbaar zijn. Hiermee kan men zien hoe vaak de website bezocht is, waar men naar gezocht heeft, hoe men bij de website gekomen is en nog veel meer. Voor marketingdoeleinden een onschatbare bron van informatie.

Surfen: het bekijken van webpagina's.

URL: (Universal Resource Locator): een url geeft een locatie op internet aan. Een voorbeeld van een URL is http://www.netadvies.nl/index.html, het geeft de locatie van de home pagina van Netadvies.

Updaten: van nieuwe, actuele informatie voorzien.

Username: (gebruikersnaam) de naam die u nodig heeft (samen met het password) om te kunnen inloggen. Wanneer u contact legt met de server van uw internetaanbieder moet u uw username en password opgeven.

Webmail: Met Webmail kunt u uw e-mail lezen en beantwoorden met een webbrowser als Netscape of Explorer. Dit kan op een veilige manier en overal ter wereld. U hebt enkel een computer met internetverbinding, het adres van de webmailpagina, uw loginnaam of POP-mailboxnaam en uw wachtwoord nodig om Webmail te gebruiken. Een e-mailprogramma is dus niet nodig.

Webpagina: een pagina die beschikbaar is via internet en bekeken kan worden met een browser.

Website: een "plek" op het World Wide Web, een verzameling pagina's die een onderwerp presenteert of van één organisatie is. Een website kan uit enkele webpagina's bestaan, maar ook uit duizenden pagina's.

Zoekmachine: een programma waaraan men één of meerdere zoekwoorden kan presenteren, de zoekmachine presenteert dan pagina's waarin deze zoekwoorden voorkomen. Google is een bekende zoekmachine.

 

Staat de door u gezochte term er niet bij? Stuur ons een e-mail en u ontvangt zo spoedig mogelijk uitleg.